Levensbeschrijving
"Bernard Antoine Pothast werd op 7 october 1824 te Sittard geboren als zoon van de hoofdonderwijzer Jean B. Pothast en Agnes Dunckel. Toen hij 10 jaar oud was, zong hij al in het koor van de St. Petrus. Zijn vader dirigeerde dit koor en van hem kreeg hij ook zijn eerste muziekonderwijs. Anno 1839 ging Bernard naar Rolduc. Na de lessen van zijn vader kreeg hij nog pianoles van Renier. Toen Bernard ook nog vioollessen wilde nemen, werd hem dit door zijn familie tegengemaakt omdat men de viool een te profaan instrument vond. Hij zette toch door en had als leraar Groschel. Reeds voor zijn 15e jaar speelde hij in het Sittardse Stadsorkest dat onder leiding stond van notaris Engelen.
In Rolduc kreeg hij aanvankelijk weinig begeleiding, maar eenmaal ontdekt door de muziekleraar Mansion, werd hij opgenomen in het Rolducse orkest. Sinds 1840 gaf hij zelf vioolles en in datzelfde jaar begon hij met zijn komposities: een solopartij voor sopraan met koorbegeleiding, ‘Brumstimmen’. In 1841 componeert hij al een driestemmige Mis, met orgelbegeleiding. Hij is er zich van bewust dat hij de harmonieleer onvoldoende beheerst. Niettemin wordt hij in 1843, nog student zijnde, ‘Directeur de Musique’. In 1848 wordt hij tot priester gewijd. Voor die gelegenheid heeft hij een meerstemmige Mis gecomponeerd. Hij gaat daarna 2 maal per week les nemen bij de organist van de Dom te Aken, Zimmers, die hem laat studeren aan de hand van de grote meesters, met name Händel.
Ieder jaar verschijnen er komposities en hij legt ze voor aan de groten van zijn tijd, eerst aan Reissiger, de eerste kapelmeester van de koning van Saksen en later aan Oberhoffer, een Luxemburgse professor in de muziek. Hij componeert Missen, muziek voor de Opera Joseph in Egypte, een Te Deum en in 1855 het aan iedere Rolducien bekende Adieu Rolduc. Op 30 mei 1857 ontmoet hij Liszt in Aken. Pothast legt hem enkele komposities voor en de muziek wordt door Liszt bijzonder gewaardeerd. In 1864 componeert hij twee passies, volgens Mattheus en Johannes. In 1873 schrijf hij muziek voor het passieverhaal volgens Lucas en Marcus. In 1875 volgde de toonzetting van de koren van Athalie een drama van Racine, in 1878 Lodewijk XVII, het jaar daarop Drei Könige en in 1883 De twee gebroeders. In 1898 verlaat Pothast Rolduc en gaat wonen bij zijn twee zusters in Sittard. Hij sterft in 1904.
Bernard Pothast was een gevoelige man die met scrupuleuze nauwkeurigheid zijn belevenissen in dagboeken vastlegde. Dit deed hij ook met zijn muzikale activiteiten en ervaringen. Hij noteerde niet alleen zijn eigen komposities, maar ook uitvoeringen die hij had bijgewoond en door wie ze gedirigeerd werden. De Mattheuspassie bleef het meest bekend omdat ze per traditie op Palmzondag te Rolduc werd uitgevoerd. Pothast ging uit van het lijdensverhaal zoals dit door drie geestelijken op Palmzondag in het Gregoriaans gezongen werd. De stem van het volk, of van een groep, werd ook bij de uitvoering in het Gregoriaans soms vertolkt door een koor. Deze teksten werden door Pothast bewerkt voor een vierstemmig koor. Het is een tekstgebonden religieuze muziek waarin Pothast verraadt dat hij een kind van zijn tijd is; zowel het pathetische als het gevoelig meditatieve is erin aanwezig. Men hoort het agressief reagerende volk bij het : Reus est mortis- Hij is des doods schuldig- en een uitdagend sarrende toon bij het: Prophetiza nobis, Christe, quis est qui te percussit- Laat ons nu horen, Christus, wie U geslagen heeft? Ingekeerd en overdenkend klinkt de tekst: Vere Filius Dei erat iste- Waarlijk deze was de Zoon van God. De tekstgebonden en gevoelige interpretatie zoals in de aangeboden uitvoering te beluisteren is, ademt de geest van de uitvoering te Rolduc. Wij zijn er ons van bewust dat dit historisch muzikale document niet in de markt ligt. Het sobere en aangrijpende relaas van Christus' lijden en dood is een gegeven om te beluisteren en te overwegen. Als hulp voor niet Latinisten werd een vertaling bijgevoegd, die de latijnse tekst op de voet volgt. ".
Bovenstaande tekst is geschreven door Directeur J.J. Stassen bij het verschijnen van een LP van de Mattheus Passie. De muziek van deze LP is op deze pagina te beluisteren.
Hier nog drie zeer informatieve artikelen van Lou Spronck over Pothast.
Te Deum van Pothast
Het Te Deum werd lange tijd verloren gewaand. Echter het bleek bewaard te zijn bij het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag. Er zijn daar nog andere werken van hem bewaard. Zie voor de catalogus en zoek op Pothast. Het Te Deum is door het koor van het Conservatorium Maastricht onder leiding van Ludo Claesen op 2 december 2015 uitgevoerd in de kerk van Rolduc en op 4 december 2015 in het Conservatorium te Maastricht. Hierna de uitvoering te Maastricht en enige informatie over het Te Deum. Ook is het uitgevoerd in 2018 ter gelegenheid van 775 jaar Sittard in een arrangement van Leon Dijkstra door de Oratorium vereniging onder leiding van Alice Hendriks. Een opname staat bij het programma Blaaskracht van L1. U mag het arrangement van Leon Dijkstra gebruiken als u bij een uitvoering zijn naam erbij vermeldt; of neem met hem contact op.
U kunt de uitvoering door de Oratoriumvereniging Sittard hier bekijken:
Arrangement van Leon Dijkstra |
| |
Uitvoering conservatorium o.l.v. Ludo Claesen. |
Het manuscript Hellebrekers uitgevoerd 28 september 2014
Op het einde van deze pagina treft u een aantal opnamen aan van de uitvoering van het zogeheten Hellebrekers manuscript dat in mijn bezit is. De uitvoering is gerealiseerd door Leon Dijkstra en mij in samenwerking met Rolduc. Zie vooral het begeleidend boekje daar staat veel informatie in; ook is het manuscript hierbij gevoegd.
Hier een impressie met John Franck en Chris Manusama.
Sittardse Mis van Bernard Pothast herontdekt
Onlangs in 2017 is door Lou Paffen senior de mis Lauda Sion, ook wel Sittardse Mis genoemd, herontdekt. Het werk was al teruggevonden door Hans van Dijk op een markt in Luik in 1994. Het werk is in 1999 op een aantal plaatsten uitgevoerd: o.a. Brunssum, Roermond en Maastricht door het vocaal ensemble "Cantus Coronatus" o.l.v Bart Meijs m.m.v. Hans van Dijk, orgel.
De mis is door Pothast gecomponeerd in vijf dagen in 1856 [zie zijn muzikale biografie pagina 141] en voor het eerst is ze uitgevoerd bij de eerste heilige mis van zijn vriend Gerard Slits op 16 maart 1857. Het manuscript uit Luik is geschreven door Louis Pierre van Dooren [1807-1881]; het exemplaar dat Lou Paffen heeft teruggevonden is drukwerk. Het voorblad hierboven is getekend door Gerard Slits, zijn naam staat op het voorblad beneden. Voor meer informatie over Gerard Slits zie bij het tabje diversen.
In de tabel hierna het werk in druk zoals gevonden door Lou Paffen, een nieuwsitem van L1 van rond 1999 en een artikel van de hand van dr. Hans van Dijk over deze Mis. Het zou mooi zijn dit werk nog eens ten gehore te brengen. De kerk zat in ieder geval vol zoals te zien is in het nieuwsitem. Het belangrijke van het gedrukte exemplaar is dat er een opusnummer op vermeld staat en dan is direct bekend wanneer het werk gecomponeerd is en voor het eerst opgevoerd is, Pothast heeft immers zeer veel genoteerd over zijn werken; Hans van Dijk heeft het drukwerk en manuscript vergeleken en concludeert dat het om hetzelfde werk gaat. Op het Luikse manuscript staat geen opusnummer, wel op het voorblad -Lauda Sion, Salvatorem-. Hans van Dijk moest het destijds dus met minder informatie doen. Hoe het werk aan de naam -Sittardse Mis- komt kunt u in dat artikel lezen; omdat die naam er toen aan gegeven is is het zeker goed om die te handhaven; Pothast komt tenslotte uit Sittard. Pothast zal zeker verheugd zijn als men hem ook zo herinnert.
De Missa Lauda Sion , Salvatorem in druk. | |
Het nieuwsitem van L1 eerste gedeelte | |
Het tweede gedeelte van het nieuwsitem van L1 | |
Het artikel uit 1998 over de mis door dr. Hans van Dijk. |
In de kranten in de negentiende eeuw is veel over Rolduc geschreven; veel van die kranten staan nu op internet; hierna een artikel waarin zeer lovend geschreven wordt over de zogeheten Grande Messe Opus 1 van Pothast; deze mis is te Sittard uitgevoerd toen hij in de St. Petruskerk op 24 september 1848 zijn eerste Heilige Mis opdroeg. Zijn vader dirigeerde. Door naspeuringen van Hans van Dijk is het zeer waarschijnlijk dat het betreffende artikel is geschreven door Jan Willem Klinkum (1827 - 1902); deze was tussen 1847 en 1859 leraar piano op Rolduc. In 1859 werd Klinkum benoemd tot organist aan de Sint Martinus te Wyck. Hij was een goede vriend van Pothast. Ook vindt u hierna een artikel over de ebbenhouten dirigeerstok die Pothast in 1890 ontving bij gelegenheid van veertigjarig priesterschap en zijn bekroning door de Academie Lamartine voor zijn muzikale werk Athalie. Die dirigeerstok is hem door een aantal vrienden geschonken; o.a. door Jos Habets de bekende archivaris van Maastricht.
De Grande Messe, Opus 1 | |
De Ebbenhouten dirigeerstok | |
De beschrijving van de dirigeerstok door Pothast in zijn muzikale biografie; de schenkers staan er op vermeld. De prijs was 35 florin; dat zou nu circa 2800 euro zijn.. |
De Mattheus Passie zoals gezongen op Rolduc
Martin Dieteren had nog het volgende exemplaar van de Mattheus passie zoals hij die gezongen heeft in de de tijd dat hij op Rolduc student was. Het blijkt dat er bij de versie van Martin aan de voorkant en achterkant in vergelijking met de oorspronkelijke passie uit het RHCL gedeelten ontbreken. U treft ook hierbij aan het meest volledige gedrukte exemplaar dat aanwezig is in het RHCL in het archief derde Rolduc 17.23 inventarisnummer 1747. Beneden is een nieuwe digitale conversie te beluisteren van een LP van de Mattheus Passie, er is daarbij ook een boekje te downloaden. De versie van Martin Dieteren betreft het gedeelte uit dat boekje waar Jezus veroordeeld wordt; blz 7 tot en met einde. In een uitgave van Desclee uit 1957 die verschilt van die van de uitgave uit 1929 waarop het boekje van de LP is gebaseerd, komt de Mattheus Passie overeen met die van Martin Dieteren. Zowel de versie van de LP als die van Martin verschillen op het einde van de versie in het RHCL, er is daarin blijkbaar sprake van een supplement.
De kortste versie van Martin Dieteren. | De meest volledige versie uit het RHCL. |
In de tabel artikelen waarin oud Rolduciens beschrijven hoe ze zich de uitvoering van de Mattheus Passie herinneren. Het is verbazingwekkend en interessant om te lezen bij Laur Crouzen en Martin Dieteren, hoe een ervaring van circa 55 jaar geleden nog zo helder voor de geest staat en zo'n diepe invloed gehad heeft en blijkbaar nog heeft.
Laur Crouzen was op Rolduc in de periode 1960-1966; Laur en Martin zijn nog steeds actieve zangers. | |
Martin Dieteren was op Rolduc in de periode 1957-1964. De liederen die Martin noemt kunt u makkelijk op internet of youtube vinden. Martin heeft wat het -Populus meus- betreft een voorkeur voor de uitvoering van Palestrina in mannenkoor; deze werd ook op Rolduc gezongen. Een uitvoering is deze, of deze ; er zijn er meer uiteraard. Een Gregoriaanse versie is deze. | |
Pieter Zoetmulder was op Rolduc in de periode 1920-1924; zijn verslag staat in het jaarboek 1929. Een korte biografie in het jaarboek 1955. |
Hierna een opname van de Mattheus Passie van een tweezijdige LP: Uitvoerenden: Mannenzangkoor St. Jozef, Kaalheide-Kerkrade met medewerking van Wim Steinbusch [tenor], Eric Hermans [bariton] en Frans Gommers [bas] ; Schola cantorum St. Caecilia, Holz-Kerkrade, o.l.v. Winand Groten; Dirigent Hans Luesink; Opname in Abdijkerk van Rolduc. Er is een begeleidend boekje bij met de Latijnse teksten met vertaling; met het boekje erbij is het allemaal goed te volgen.
|
De vier Passies van Pothast; i.h.b. De Johannes Passie.
Pothast heeft net zoals Bach vier Passies geschreven; de Mattheus-, Johannes-, Marcus- en Lucas Passie. In volgorde: de eerste uitvoering was op 20 maart 1864, 25 maart 1864, 6 maart 1873 en 4 maart 1873; de opusnummers zijn 23, 22, 65 en 64. Deze gegevens treft u aan in zijn muzikale biografie op pagina 145. De Lucas- en Marcus passie zijn nog niet teruggevonden. De Johannes Passie is in 2014 door mij wel teruggevonden. Ze bevond zich in de Biblioteca Apostolica Vaticana. Nadat Laur Crouzen en ik het voorblad van de Passie bestudeerd hadden, het was echt een totale verrassing wat daar stond, bleek dat de zussen van Pothast deze Passie na de dood van Pothast naar paus Pius X hadden gestuurd.
De Johannes Passie zoals ontvangen van de Vatican Apostolic Library , kerstmis 2014; Code is: Musica. Mus 456 Ms del sec XX c 62. tomo.intero |
Opnames van een lezing en het concert gegeven op 28 september 2014 te Rolduc gekozen uit het manuscript Hellebrekers.
In de volgende tabel audio-opnames van de lezing en het concert; ik verwijs voor het programma naar bladzijde vier van het programma boekje hierna.
Het programmaboekje. Advies, neem het programma boekje erbij dan kunt u de liederen mooi volgen. |
|
Guter Mond, du gehst so stille..Veronique en Leon | |
Belsazer.. Annemie en Leon | |
Benedictus.. Chris en John | |
Ode aan Rolduc.. Raoul en John | |
LÉxpiation.. Veronique en Leon | |
Le fils du Solidaire.. Annemie en Leon | |
Die Jahreszeiten.. Chris en John | |
Athalie.. Chris en John | |
Athalie.. Annemie en Leon | |
Grab und Auferstehung, Magdalena.. Veronique en Leon | |
Grab und Auferstehung, der Engel ..Annemie en Leon | |
Die Mutter .. Raoul en John | |
Lezing Hans van Dijk. |
In deze intieme aula aan het voorplein werd het werk van Pothast in de negentiende eeuw uitgevoerd. Het was de academiezaal waar veel feestelijke bijeenkomsten zijn gehouden. De schilderingen zijn gemaakt door zijn vriend Gerard Slits. In het jaarboek 1930 is een impressie hoe de aula er voor zangers en toneelspelers uitzag. Blijkbaar kon de hele Rolducse populatie er in.