Rolduc 6 maart 1932 Inwijding nieuwe orgel.


Het nieuwe Klais orgel is vervaardigd in Bonn bij Johannes Klais, Kolnstrasse 148-150,  en in de kerk te Rolduc ingebouwd door de firma M. Pereboom en Zonen uit Maastricht, kantoor Grote gracht 48 en fabriek Statenstraat 7. Door de firma Pereboom is het rond 1854 door de gebroeders Müller uit Reifferscheid gebouwde orgel, afgebroken; het was in zeer slechte staat. De oorzaak voor de aanschaf van het Klais orgel is het noodzakelijke herstel van de kerktoren in 1931 waarvoor het Müller orgel in de weg stond.  In de gevel van de kerktoren vindt men nog een steen met het jaartal 1931. Hierna een aantal werken die destijds gespeeld zijn.






Toccata en Fuga D.kl.t .....Joh Seb Bach 1685-1750



Dialogue.....Clerambault 1676-1749


Gavotta.....Padre Martini 1706-1784


Praeludium en Fuga over BACH .....Franz Liszt 1811-1886


Priere de Noel.....Alexandre Guilmant 1837-1911


Symphonie V 1-ste deel...Charles Widor 1844-1937




Over orgelbouw o.a. Klais










et Müller orgel is ontworpen en gebouwd door de gebroeders Müller uit Reifferscheid in de Eifel: Joseph, Christian en Michael. Joseph deed de onderhandelingen met Rolduc; het proces is begonnen in 1852. Op 16 juli 1855 is het ingewijd. De dispositie ervan is bekend; zie hierna de oorspronkelijke offertebijlage en vertaling. Volgens Leon Dijkstra komt de klank van het oude orgel van Rolduc het meest overeen met het Muller orgel in de Gertrudiskerk van Wylre; dit op basis van het vergelijken van de disposities. De orgelkast is ontworpen door P.J.H. Cuypers en in diens Roermonds atelier gebouwd. In het jaarboek 1931 op pagina 64-66 treft men meer informatie aan. Een  foto treft men aan in het boek Rolduc in Woord en Beeld van Corten op pagina 171. In het boek over de abdijkerk te Rolduc van  Klaus Hardering op pagina 17 worden er ook woorden aan gewijd. 





In januari 1902 is nog door de firma Vermeulen uit Weert een offerte uitgebracht voor het verplaatsen en verbeteren van het orgel ter grootte van 2050 gulden.  Het orgel bestaat uit twee klavieren van 26 registers en een groot vrij pedaal met 12 registers. Men stelt voor het orgel achteruit te plaatsen ter linkerzijde van het zangkoor tegen de torenmuur zodat een zo groot mogelijke ruimte op het zangkoor beschikbaar blijft. Het orgel staat blijkbaar ook een halve toon te hoog naar de destijds normale stemming wat voor de organist bijna onoverkomelijk is. Of deze aanpassing  daadwerkelijk heeft plaatsgevonden is mij niet bekend. 


Met de afbraak van het Müller orgel door de firma Pereboom uit Maastricht is begonnen 1 juni 1931. Hierna drie foto's betreffende het Müller orgel en drie youtube filmpjes; links een filmpje dat informatie geeft over het proces wat zich voltrekt van idee tot realisatie bij de aanschaf van een orgel; in het tweede filmpje is o.a. te zien hoe een orgelkast in elkaar wordt gezet en het laatste filmpje gaat over de toch wel indrukwekkende plaatsing van een orgel in een Franse kerk. Het Müller orgel van Rolduc was ook erg groot zoals men op de foto's kan zien. Die filmpjes geven mijn inziens een goede indruk wat er zo in de periode 1852-1855 op Rolduc is gebeurd rond de aanschaf van het orgel. En dan te bedenken dat de moderne technieken voor de bouw en de moderne vervoersmogelijkheden niet voorhanden waren: paard en wagen en stoomtrein.

Volgens een mededeling van Frans Jespers heeft het Luikse Rolduc rond 1835 een nieuw orgel gekregen, gebouwd door Korfmacher. Bij de oprichting van het bisdom Roermond is dit orgel overgeplaatst naar het seminarie van het bisdom Luik in St. Truiden, in de voormalige abdij, waar het rond 1965 nog gerestaureerd is door Flentrop en kort daarna bij een enorme brand verloren is gegaan. Als je meer wilt weten over het Orgelmakersgeslacht Müller te Reifferscheid geschreven door Frans Jespers, raadpleeg dan het boek met gelijke titel; er is ook een cd beschikbaar van orgelmuziek op Müller orgels bespeeld door Jo Louppen. 

Over een barokorgel van de abdij Kloosterrade is geschreven door K. Dreimüller in het Rolducs jaarboek 1960 en 1961. Dit orgel zou volgens een notitie van Pothast in zijn annalen d.d. 16 juli 1855 zijn overgeplaatst naar de kerk van het gymnasium te Aken. Hij verwijst naar de Annales Rodenses p. 130.  Volgens Dreimüller zou het barokorgel terecht gekomen zijn in de Catharinakerk van Aken; zijn bron is weer Bockeler , de Domkantor in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ik doe de artikelen uit de jaarboeken hierbij.









Over het proces hoe van de wens van de klant te komen tot een orgel.  Voor het Müller orgel van Rolduc deed Joseph Müller dit in overleg met directeur H. Peters.

Het ontwerp en de bouw van een orgelkast. Mooi vakmanschap. Voor het Müller orgel van Rolduc gebeurde dit bij P. Cuypers te Roermond.

De plaatsing van een nieuw  orgel in een Franse kerk op een nieuw oksaal. Indrukwekkend. Dit gebeurde voor het Müller orgel van Rolduc door de firma Müller in samenwerking met de firma Cuypers.



Over geluid en vooral boventonen


















Over orgelbouw, registers en registraties.

Gemengd met het schone Ombra Mai Fu van Handel.